Algemeen

Waarom de lente ons misschien kan gaan beschermen tegen het coronavirus

Gepubliceerd

op

We zitten op dit moment in het staartje van de winter, wat vaak een piek betekent in onschuldigere infectieziekten zoals griep en verkoudheid. Maar hoe zit dit eigenlijk met het coronavirus? Kan de komst van de lente ook een rem plaatsen op de verspreiding van het virus?

En nog belangrijker: komt die rem dan wel op tijd?

Klimaatomstandigheden en luchtvochtigheid

Dat klimaatomstandigheden de verspreiding van virussen kunnen beïnvloeden, is één ding dat zeker is. Sommige virussen zijn in de warme buitenlucht minder lang overdraagbaar. Ook de luchtvochtigheid speelt hierbij een rol: als die laag is, blijven de microscopische druppeltjes waarin de virusdeeltjes rondzweven langer in de lucht en kunnen ze zich over grotere afstanden verspreiden. In gebouwen die in de wintermaanden worden verwarmd is droge lucht dan ook een belangrijke factor.

Weinig bekend over coronavirus

Maar gelden deze factoren ook voor het coronavirus? NU.nl sprak hierover met drie virusdeskundigen. Volgens deze deskundigen gedragen virussen zich verschillend en is er over het coronavirus nog maar weinig bekend. De kennis die er wél is, komt vooral van studies naar virussen met vergelijkbare eigenschappen. “Andere coronavirussen die bij de mens luchtweginfecties veroorzaken, komen vooral in de wintermaanden voor,” zo legt viroloog Ab Osterhaus uit. “Het kan dus dat ook het COVID-19-virus grotere activiteit in het koude seizoen vertoont.”

Weerstand van slijmvliezen

Volgens Frank van Kuppeveld, hoogleraar virologie aan de Universiteit Utrecht, zijn er een aantal mogelijke redenen waarom veel virussen beter gedijen in koelere maanden. “Naast de lage luchtvochtigheid en temperatuur zijn er aanwijzingen dat de weerstand van slijmvliezen in de neus minder is als je koude lucht inademt.” Daarnaast zijn we zelf ook besmettelijker in de winter, omdat we dan vaak dicht op elkaar zitten in kleine afgesloten ruimten, zo voegt Osterhaus toe.

Weinig meldingen in warme landen

Ook professor Louis Kroes van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) is het ermee eens dat hoge luchttemperaturen en luchtvochtigheid het virus waarschijnlijk kunnen remmen. “Opmerkelijk is dat er nog vrijwel geen COVID-19 gemeld is in Afrika, Brazilië en Indonesië.” Volgens hem zijn hier twee mogelijke verklaringen voor: óf de ziekte wordt er nog niet goed herkend óf het virus is in de vochtige tropische omstandigheden daadwerkelijk minder effectief. “Er zijn wel COVID-gevallen uit Singapore, maar daar leeft bijna iedereen in droge, koele lucht door airconditioning. Airco’s lijken ideaal voor virusoverdracht.”

SARS-virus

Van Kuppenveld maakt een verwijzing naar het eerdere SARS-virus uit 2002, dat volgens hem ‘als een broertje’ lijkt op het nieuwe virus. “Van dat virus is aangetoond dat het stabieler is bij lagere temperaturen en luchtvochtigheid. Bovendien raakt het in de buitenlucht beschadigd door blootstelling aan uv-straling, afkomstig van de zon.” Toch biedt dit onderzoek naar SARS maar weinig garanties voor de korte termijn: pas boven 25 graden werd temperatuur een directe invloed en dan is het in Nederland al hoogzomer. En onder blootstelling aan uv overleefde het SARS-virus weliswaar minder dan een uur, maar dat is onder (extreme) laboratoriumomstandigheden. En dit is natuurlijk niet te vergelijken met een zwak zonnetje in maart.

Nog even wachten op positieve effecten

De grootste zorg van Kroes is dan ook dat het nog twee maanden kan duren voordat er positieve effecten optreden. “Het virologische voorjaar lijkt later te komen dan de meteorologische lente.” Andere virologen wijzen erop dat het virus zich in onze zomer juist kan verspreiden in landen als Australië, en dan in de herfst kan terugkeren op het noordelijk halfrond.

Bron | NU.nl, Margriet Beeld | iStock

Klik hier om een reactie te geven

Trending

Spring naar toolbar